

Niet VLOT:
Leerling A wordt aangespoord vlotter te rijden. Dat gebeurt niet. De rijcoach drukt zich plastisch uit en dat wordt ervaren als grensoverschrijdend. Een andere leerling zou de slappe lach hebben gekregen op de opmerking.
Leerling is boos en blijft boos in de heilige overtuiging dat wat de rijcoach vraagt onveilige situaties oproept. Omdat die leerling niet verder dan 25 meter voor de auto kijkt, wordt elke verkeerssituatie een onaangename verrassing waar "OVERHAAST" op moet worden gereageerd. Natuurlijk moet steeds als een speer op verkeerssituaties worden gereageerd als je maar 25 meter de tijd hebt om te reageren.
We hebben vaak genoeg op 100 meter afstand moeten ontdekken hoe een kruispunt te herkennen. Je hebt 5 bestanden met illustraties over waarneming, Je hebt van elke rijtaak een handelingsanalyse. Tot vervelens toe zijn de deelhandelingen erin gestampt. Je bent verzocht om op elke rijtaak te reflecteren. De rijcoach heeft niet één keer een ingevuld exemplaar mogen zien. Bij feedbackmomenten, heeft de rijcoach het gevoel tegen een betonnen muur te praten. Op open vragen gaat men in de verdediging. Aan het verzoek hardop te denken bij het oefenen van rijtaken wordt niet voldaan.
De leerling is overtuigd klaar te zijn voor het rijexamen. De examinator komt met slecht nieuws en geeft als argument dat de wat complexere situaties onvoldoende tijdig worden herkend. Vreemde ogen dwingen.
NIET VLOEIEND:
Leerling C wordt aangespoord tijdig zijn snelheid te matigen. Deze leerling wekt bij voortduring de indruk de verkeerssituatie waarop moet worden gereageerd veel te laat op te merken. Ook deze leerling wordt boos. Ik geef toch steeds voorrang. Dat hij de suggestie wekt geen voorrang te verlenen en hij met een dergelijke vertraging de kijkstructuur niet op orde kan hebben, wordt afgedaan als onzin. De keren erop roept de rijcoach "GAS LOS" waarop de rijcoach vloeiend vertraagt. De rijcoach krijgt van de leerling een uitbrander.
Het kan zijn dat de leerling wel meer dan 25 meter voor zich uit kijkt en tijdig de verkeerssituatie opmerkt. Echter als je 14 meter per seconde rijdt = 50 km/uur, kom je heel veel tijd te kort om in spiegels te kijken en ook nog eens te kijken of bestuurders voorrang dienen te worden verleend.
Ga je op 25 meter vóór de kruising in de ankers, had je klaar moeten zijn met het spiegelen. We zijn 4 seconden verder bij correct spiegelen. Dan heb je 56 meter afgelegd. Met de beste wil van de wereld krijg ik jouw kijkgedrag niet beoordeeld. Zoals jij door de wijk scheurt, heb ik alle, maar dan ook alle aandacht nodig het veilig te houden.
Zowel leerling A als leerling C komen tijd tekort het kijkgedrag en de kijkstructuur op orde te hebben.
Kijkgedrag:
- Tijdig een situatie herkennen. 2. Voorspellen wat er gebeurt als je er niet op reageert. 3. Evalueren: In verband met de veiligheid moet ik...., doorstroming kan ik.... , milieu (volgafstand vergroten om zo weinig mogelijk te hoeven remmen/ schakelen. 4. Beslissen. spiegels en eventueel dode hoek controleren en dat tijdig doen!!!!! 5. Handelen is niet op je beslissing terugkomen als de situatie ongewijzigd blijft.
Alleen leerling B is in staat veilig, vlot en vloeiend te rijden.
Hebben we het over kijkgedrag, hebben we het over dat je eigenlijk niet tijdig genoeg kunt opmerken hetgeen je moet opmerken en je bewust moet zijn dat meerdere situaties zich tegelijk kunnen voordoen en hetgeen je niet ziet ergens achter verscholen kan gaan.
Hebben we het over kijkstructuur, hebben we het over wanneer je in een bepaalde volgorde waar naar moet kijken.
Heel vaak hoor je bij het oefenen de rijcoach roepen: Ben je links en voor je klaar met kijken, niks? Dan moet nu je aandacht naar rechts, immers je hebt allang in de rechterspiegel en in de dode hoek geconstateerd dat je geen fietsers voor hoeft laten gaan bij het rechtsaf slaan. Heb je niet in de rechter spiegel en over de rechter schouder gekeken, riskeer je een ingreep.
Spiegelen:
Waar let je op als je in een buitenspiegel kijkt?
Aan het begin van de straat heb je de hele situatie voor je. Rij jij naar het einde van die straat ben jij overtuigd dat onderweg de situatie ongewijzigd is. De rijcoach spoort blijkbaar niet helemaal. Dat ze dit niet snapt? Rijcoach die spiegels heb je alleen nodig als je moet invoegen of moet rijstrook wisselen. De domme rijcoach stuurt de leerling door de straat waar de middelbare school net uit is. Arie, we gaan bij de volgende kruising linksaf. Er volgt een ingreep: Kut, niet gezien. Nee: Kut geen spiegels en dode hoek gekeken. Had je voorafgaand aan het linksaf willen slaan in de linker buitenspiegel gekeken, had je die 2 inhalende meiden achter je gezien. Had je dan ook nog over je schouder gekeken had je de dames ook nog zien appen. Heb je die spiegels alleen bij het invoegen en rijstrook wisselen nodig? Nee. De rijcoach heeft blijkbaar toch een universitair werk en denkniveau.
De lesauto reed reeds stapvoets, omdat de vrije doorgang werd belemmerd door 5 naast elkaar fietsende scholieren voor de leerling. Intussen reden naast de lesauto 2 scholieren, terwijl naar links richting werd aangegeven. Het huftergedrag van de fietsers kwam als een Godsgeschenk dacht de rijcoach. Niet dus.
Nu zijn er ook leerlingen die in spiegels kijken en in spiegels niets opmerken. In 1 1/2 seconde is de hele kijkriedel afgewerkt. Beweeg je jouw hoofd in 1 vloeiende beweging van rechts naar links, zie je 3 keer niets in de spiegels. Je hebt de beschikking over 3 spiegels. Zouden leerling A en leerling C wel spiegelen, is dat spiegelen zinloos, omdat je in zo'n korte tijd de informatie nu eenmaal niet verwerkt krijgt.


Zou ik net als leerling A bij lange na niet de maximaal toegestane snelheid rijden, lok ik deviant gedrag uit zoals inhalen wanneer het niet mag en niet kan. Google maar eens: 112 Brabant, N279, afbeeldingen.
Je hebt 7 ogen nodig.
* Je 2 ogen die in je hoofd zitten.
* De 3 spiegels. Het gaat er niet om dat je in spiegels iets ziet, maar wat je in die spiegels ziet gebeuren.
* De dode hoeken altijd controleren bij zelfs de geringste zijdelingse verplaatsing.
Om antwoord te kunnen geven wat je in een spiegel ziet gebeuren, dien je tenminste 1 seconde geconcentreerd in die spiegel te kijken.

We gaan de straat in waar dat witte huis staat.
*Wat zie je?
Dubbel fietspad
Opstelstrook
Strook van links naar rechts
Een strook voor linksaf
*Geen fietsers? Geen auto's, meteen door naar strook voor linksaf.
* Wel fietsers, fietsers voorrang verlenen en daarna naar de opstelstrook, geen auto's , door naar de strook voor linksaf.
* Wel auto's voorrang verlenen en daarna naar strook voor linksaf.

We gaan de straat in waar dat witte huis staat.
*Wat zie je?
Strook van rechts naar links met rechts verkeerslichten voor degenen aan wie ik voorrang moet verlenen als zij groen
hebben.
Mogelijkheid om rechtsaf te slaan.
* Komt er niemand van rechts of is staat men voor rood te wachten, linksaf slaan en meteen naar rechts richting
aangeven.

Op het moment dat ik naar rechts richting aangeef, overtuig ik me ervan geen fietsers te hinderen. Als die fietsers er niet zijn, waar wacht je dan op?
Daar heb je jouw witte huis in de straat waar je 30 mag.

Leerlingen gaan wel kijken naar rijlesfilmpjes van mister Tiktok. Maar we gaan niet de adviezen opvolgen van de eigen rijcoach.
Als ik vraag om thuis googlemaps te raadplegen op plaatsen waar de leerling "ERROR" kreeg zoals bij de verkeerspleinen Berenkuil, Floraplein en Knooppunt Leenderheide, zowel streetview als satelliet, gebeurt dat niet.

Leerlingen gaan wel kijken naar rijlesfilmpjes van mister Tiktok. Maar ze gaan niet de adviezen opvolgen van de eigen rijcoach, niet de lesbestanden doornemen, niet de reflectieformulieren per rijtaak invullen, niet naar de instructiefilmpjes kijken.
Wat kun je verwachten als je hier de meest linksgelegen strook kiest? Een wegversmalling ná een voorsorteerstrookje zolang als een potlood. Als je het omcirkelde bord niet ziet, heb je een blindengeleidehond nodig of rij je voor de zoveelste keer veel te dicht achter 12 m2 vrachtauto. Dan komt er een moment dat ik het gewoon laat gebeuren en bereid ik me voor op de stuuringreep in de bocht.
Als je mijn advies niet opvolgt en al bij de proefles verzocht wordt het examen aan te vragen, Zeur dan ook niet als je zakt.

Defensief:
Als je het gevaar herkent, ben je ook in staat defensief te rijden. Niet één auto op de strook voor rechtsaf geeft richting aan. De automobilist in de grijze auto voor ons rijdt op de strook naar Oss, maar hij moet naar Veghel. Hij heeft niet ontbeten, heeft een samrtphone in zijn linkerhand en was heel laat naar bed gegeaan. En dan ga jij in zijn dode hoek rijden? Toch niet mag ik hopen.
De auto voor ons remt, omdat zijn voorganger op het allerlaatste moment het toch leuker vindt naar Veghel te gaan. Niet kijken, niet knipperen, gewoon naar links opschuiven.
Aangepast en besluitvaardig
Ben je een twijelkont, neem je op het allerleiaatst toch nog de verkeerde beslissiung. In het verkeer is twijfelkonterij een bron van ergernis en lokt nu juist gedrag uit waar die twijfelkont niet op zit te wachten en verhoogt sterk het risico op ongevallen.
De bestuurder die van links komt laat aan alles merken jou voorrang te verlenen. Jij gaat stil staan om te overwegen of je wel voorrang hebt, immers de straat waar de bestuurder links van je zich bevindt is wel 10 meter breed en de straat waar jij uit komt krap 6 meter breed. Nou, hij staat stil, dan zal ik maar gaan. Op dat moment gaat de andere bestuurder uit van hetzelfde om vervolgens van jou te ervaren dat jij je voorrang onbewust opeist.
Als jij opvalt in het verkeer door overdreven langzaam te rijden of juist steeds de indruk wekt overal door te vlammen, rij jij geenszins aangepast en besluitvaardig.
Jij had besloten op de rotonde de 2e afslag te nemen, maar bij nader inzien wordt het toch de eerste. Degene achter jou verwacht de plotselinge vertraging niet. Jij vergeet naar rechts richting aan te geven en je gaat stilstaan om misschien fietsers en of voetgangers voor te laten gaan. Degene die bij de volgende afslag op jou staat te wachten heeft voor Jan met de korte achternaam staan wachten. In het gunstigste geval blijft het bij schelden.
Er komt een vrachtauto van rechts, een strijkplank van 16 1/2 meter lang. De straat waar jij uit komt is 6 meter breed en de chauffeur van de vrachtauto, wenkt dat jij voor mag. Jij roept: Wat wil die gek nou? Hij heeft voorrang, ik geef hem voorrang en daar zit hij een beetje dom te zwaaien. De rijcoach vraagt kalm gehoor te geven aan de wens van de chauffeur. Straks leg ik het je wel uit.
Een dieplader staat rechts van de weg dakplaten te lossen. Jij gaat er pal achter staan. En nou? Ik zie niks. Wanneer had jij jouw kans moeten pakken?
En als die vrachtauto net ná de kruising staat? Dan ga je rechtsaf, linksaf, linksaf, rechtsaf. Of linksaf, rechtsaf, rechtsaf, linksaf.
Om aangepast en besluitvaardig te kunnen rijden, dien je te beschikken over kennis van wetten en regels, dien je tijdig gevaar van welke aard ook te herkennen, behoor je over verkeersinzicht te beschikken en de taal van de weg te begrijpen.

Sociaal.
Je kunt niet sociaal zijn in het verkeer als je, hoe goed ook bedoeld, je het niet veilig kunt houden. Je vindt jezelf een sociaal type, omdat je in de bus jouw zitplaats afstaat aan een wankel oud vrouwtje.
Je kunt niet sociaal in het verkeer zijn als je daar waar je veilig de maximaal toegestane snelheid kunt rijden die snelheid dan ook niet aanneemt. Je kunt niet sociaal zijn in het verkeer als je niet aangepast en besluitvaardig rijdt.
Milieubewust.
Afgezien van de bediening en beheersing van het voertuig, rem je misschien meer en harder dan nodig is. Je maakt zogezegd geen gebruik van het rollend vermogen.
Iedereen zal de oneliners van mij wel herkennen:
Rust, rust, het is toch rood. Volgafstand is een toverwoord. Hou rollend, hou rollend. Kijk je met de rem of met je ogen?
Laat Gaston van Dromelen achter je wat langer aan jouw snelheid wennen.
Het snelste vrouwke van Boekel kan zonder de voeten aan de grond te zetten op de politiemotor naar Den Helder rijden.
Deze prachtige lesauto is voorzien van 6 versnellingen. Als je in de 4 blijft rijden, gaat het uurtarief omhoog.